In het spoor van de wolf

Door Siebren Buist op 24 april 2024

Uit de ‘Gelderlander’ van vrijdag 8 maart jl. blijkt dat de gemeente Renkum onderzoekt of zij zelf stappen kan ondernemen tegen veehouders die geen wolfwerende rasters hebben geplaatst. De BBB gedeputeerden van Drenthe en Gelderland met natuurbescherming in hun portefeuille hebben een enquête tegen de wolf overhandigd in de 2e Kamer. In de Volkskrant van 11 april laat oud-boswachter Andre Donker horen dat hij optimistisch over de toekomst van de wolf in NL. Een droom of een realistische werkelijkheid?

De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit is de instantie die de wettelijke verplichting (Wet Dieren) voor dierenhouders dat ‘zij hun dieren moeten beschermen tegen roofdieren’ kan handhaven. Volgens de Gelderlander heeft de NVWA nog geen actie ondernomen omdat de wolf nog te kort (!!) in Nederland is om te mogen verwachten dat veehouders voldoende maatregelen hebben getroffen. Een andere NVWA reden om niet in te grijpen, is het vraagstuk wat als ‘voldoende bescherming’ kan worden beschouwd.

De feiten op een rij:

· De wolf is sinds 2015 weer terug in Nederland, waar momenteel enkele tientallen wolven in Gelderland in een 7-tal roedels leven en in Drenthe een 2-tal;

· Sinds 1992 wordt de wolf beschermd door de Europese Habitatrichtlijn, sinds die tijd werd er al rekening mee werd gehouden dat de wolf ook naar Nederland kon komen;

· De Wet Dieren is sinds 2013 van kracht, daarin staat dat dierenhouders verplicht zijn hun dieren te beschermen tegen roofdieren;

· Na een WOO-verzoek heeft de NVWA aangegeven nog nooit te hebben opgetreden tegen nalatige dierenhouders;

· De provincie Gelderland heeft eind 2023, na een WOO-verzoek, aangegeven nog nooit de NVWA te hebben verzocht nalatige dierenhouders aan te spreken, dat geldt ook voor de provincie Drenthe.

Het is een algemeen bekend feit: ondernemers, dus ook boeren, zijn doorgaans snel en effectief in staat om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen waar geld aan te verdienen valt. Echter, investeringen buiten het verdienmodel vormen vaak een belemmering om actie te ondernemen. Een veehouder die zijn dieren helemaal niet heeft beveiligd, kan worden aangesproken door de NVWA, maar dit blijkt niet prioritair te zijn volgens informatie verkregen via een WOO-verzoek.

De door de NVWA – en dus impliciet de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid – genoemde redenen in het artikel van de Gelderlander lijken eerder een verhulde manier te zijn om aan te geven dat er geen actie wordt ondernomen omdat het geen enkele prioriteit heeft.

In maart heeft de provincie Gelderland een nieuw wolvenbeleid vastgesteld, waarin een definitie wordt gegeven voor het begrip ‘probleemwolf’. Een probleemwolf is een wolf die tweemaal een beveiligd terrein is binnengegaan. De wolf die daarna binnen een bepaalde afstand van die plek wordt gezien, is het haasje en mag worden afgeschoten. Dit beleid is gebaseerd op een Duits voorbeeld, maar dit betekent niet automatisch dat wat in Duitsland mag en kan, ook in Nederland toepasbaar is. Drenthe zit op een zelfde lijn en streeft daarnaast na een wolvenvrije provincie te willen zijn.

Enkele opvallende punten:

· Tijdens een voorlichting over de wolf (waar ik zelf aanwezig was) aan dierenhouders in de gemeente Epe, waarbij onder andere de gedeputeerde Zoet aanwezig was, werd de verplichting van dierenhouders om hun dieren te beschermen niet benoemd. Vergelijkbare ervaringen zijn gemeld bij eerdere presentaties van de provincie over wolven in de gemeenten Nunspeet en Ermelo;

– Het feit dat de aanwezigheid van de wolf in Nederland waardevol kan zijn voor de natuur, en dat we moeten leren samenleven met dit dier, werd ook niet opgevoerd tijdens de presentatie in Epe, noch bij vergelijkbare bijeenkomsten in Ermelo en Nunspeet;

· Het percentage dierenhouders dat wolfwerende maatregelen heeft genomen, blijkt laag te zijn in zowel Gelderland als in Drenthe. Er is echter geen beeld van hoe dit is in het gebied van het Duitse voorbeeld dat Zoet heeft gebruikt als model voor zijn inmiddels vastgesteld beleid;

· Bij schadevergoeding na een ‘wolvenaanval’ maakt het niet uit of er maatregelen zijn getroffen of niet. Goed gedrag wordt dus niet beloond;

· De subsidiebedragen voor het treffen van wolfwerende maatregelen zijn gelijk in de hele provincie, terwijl je zou verwachten dat deze hoger zouden zijn in gebieden waar veel landbouwhuisdieren ten prooi vallen aan wolven (de hot spots). Dit als extra stimulans om maatregelen te nemen.

Veehouders in Gelderland en Drenthe lijken over het algemeen negatief te staan tegenover de wolf. Deze houding klinkt door in de politiek in beide provincies. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid en de NVWA blijven muisstil. Het ontbreekt aan nuance en een volledig beeld. Voor mij staat vast dat de wolf in Nederland een waardevolle toevoeging kan zijn aan onze natuur, dat dierenhouders meer moeite moeten doen om hun dieren te beschermen, en dat de politiek, met name de Minister en de gedeputeerde, dit moeten faciliteren en indien nodig afdwingen.

De traditionele angst voor wolven, die overigens niet blijkt uit objectieve hedendaagse incidenten, de eenzijdige focus op boerenbelangen, het eenzijdig negatieve geschetste beeld over de wolf, in combinatie met een overheid die geen oog lijkt te hebben voor nog openstaande alternatieve, effectievere maatregelen, zorgen voor een groeiende tegenstelling.

Beide provincies hebben hun wolvenbeleid niet op orde, op onderdelen zitten er grote gaten. Om dan naar de 2e Kamer te stappen en zo de onrustgevoelens verder aan te wakkeren lijkt mij ongepast.

Animal Rights en de Faunabescherming lijken te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het nieuwe provinciale wolvenbeleid, waar echt grote lacunes in zitten, aan te vechten. Ik geef ze een goede kans in een gerechtelijke procedure juist vanwege die lacunes.

De toekomst zal het uitwijzen. Jammer dat de provincies het laten lopen. Het had zo eenvoudig anders en beter gekund. En oud-boswachter Andre Donker? Het kan zijn dat hij ooit eens gelijk krijgt, de komende jaren met de opstelling van deze gedeputeerden, de passiviteit van de Minister van LNV en de NVWA zie ik het er niet van komen.

Siebren Buist

Siebren Buist

Mijn naam is Siebren Buist, 68 jaar jong en inmiddels ruim 20 jaar woonachtig in Heerde. Ooit geboren als zoon van een boerenarbeider in Groningen en daar vertrokken omdat er daar geen werk en geen toekomst was.  Vertrokken naar Apeldoorn om daar politieagent te worden. Doorgeleerd in de avonduren en uiteindelijk Officier van Justitie geworden.

Meer over Siebren Buist